Klankbordgroep kijkt terug op 1e jaar Proeftuin Ketenveldnorm in Overijssel

Precies één jaar en één dag na de start is de Proeftuin Ketenveldnorm levensloopfunctie en beveiligde intensieve zorg Overijssel tussentijds geëvalueerd. Tijdens een klankbordmiddag hebben diverse partners onder leiding van burgemeester Bort Koelewijn teruggekeken op 1 jaar Proeftuin: wat ging goed, wat moet beter en wat is (nog) niet gelukt? Deze input wordt meegenomen om de ononderbroken samenwerking in de keten landelijk en regionaal structureel vorm te gaan geven.

Voor een goede discussie zijn bij de start van de bijeenkomst eerst de kaders nog even benoemd waarbinnen de Proeftuin van start is gegaan om verschillende betrokken zorgaanbieders gezamenlijk beveiligde intensieve zorg te bieden die aansluit bij de behoefte van de patiënt. Er is veel voorwerk verricht voordat de eerste patiënten geïncludeerd konden worden in juni.  De doelgroep is gedefinieerd, er is een risico scenario analyse gedaan er zijn regionale procesafspraken gemaakt. Specifieke Overijsselse keuzes daarbij zijn onder meer dat de aanmelding en toegang via de Veiligheidshuizen verloopt, er gebruik wordt gemaakt van de bestaande infrastructuur en het Levensloopteam is samengesteld uit medewerkers van meerdere zorgaanbieders en in nauwe verbinding staat met gemeenten en het sociale domein. De eerste praktische stap is in mei gezet met het formeren van een multidisciplinair levensloopteam. Een belangrijke mijlpaal. In juni werden de eerste patiënten geïncludeerd. Een half jaar verder zijn er 26 aanmeldingen ontvangen: 13 patiënten daarvan zijn geïncludeerd, 8 zijn afgewezen en 5 zijn nog in behandeling”, vertelde Emiel van Veen, procesregisseur Zorg- &Veiligheidshuis IJsselland.

De zoektocht naar patiënten

Voordat er dieper in werd gegaan op de ervaringen binnen de ketenveldnorm, vertelde teamleider Evelyn ten Voorde over de dagelijkse praktijk van het Levensloopteam. Dit team startte in juni met een tour door de regio om zich voor te stellen aan partners en om tevens de onderlinge mogelijkheden te bespreken. Ondertussen bracht het team de context van de eerste patiënten in kaart. Een lastige opdracht benadrukte Ten Voorde, omdat het team ‘letterlijk op zoek moet naar de patiënt’. “Enkelen zijn dakloos, anderen verblijven in een penitentiaire inrichting. Patiënten moeten verleid worden tot zorg. We bekijken hoe we in contact kunnen komen met de patiënten. Daarbij is het fijn dat we buiten de kaders om kunnen denken. Zo hebben we één patiënt via het aanbieden van kleding kunnen benaderen.” Ten Voorde noemde ook andere succesvol onderscheidende factoren van het Levensloopteam, waaronder de samenstelling van multidisciplinaire medewerkers uit verschillende organisaties, de extra tijd die in het traject gestoken kan worden om de verstoorde omgeving rondom de patiënt enigszins te herstellen en het feit dat het team, ook bij een tijdelijke opname, intensief contact houdt met de patiënt en de afdeling waar de patiënt verblijft en zodoende beide kan steunen. Dankzij de ketenveldnorm kunnen we een lange adem bieden, creatief zijn en de patiënten blijvend volgen, we hoeven niet meer los te laten. Deze samenwerking over organisatiegrenzen en domeinen heen biedt dan ook kansen om mensen langdurige zorg te bieden”, is de voorzichtige conclusie van Ten Voorde.

Knelpunten onderweg benoemd

“We boeken vooruitgang. Maar de casussen van de patiënten maken ook duidelijk zichtbaar waar we nog aan moeten werken. Het oplossen van deze knelpunten vraagt tijd en ruimte om gezamenlijk op ontspannen wijze op zoek te gaan naar oplossingsrichtingen”, benadrukte Koelewijn. Tijdens de bijeenkomst zijn de volgende knelpunten benoemd: de aanmeldingsvoorwaarden. Patiënten kunnen pas geïncludeerd worden als ‘alle andere mogelijkheden’ zijn geprobeerd. Maar wanneer heb je ‘alles gedaan’? Deze indicatiecriteria zijn een discussiepunt, mede veroorzaakt door een nog te onduidelijke definitie van de doelgroep. Ook de naamkeuze Levensloopteam levert verwarring op, net als het verschil tussen een hoog beveiligd bed en beveiligde intensieve zorg. Het uitgangspunt van de ketenveldnorm is de (ambulante) ForFact methodiek en indien nodig tijdelijke opschaling naar beveiligde intensieve zorg. Echter wordt bij aanmeldingen vaak direct gevraagd om klinische opname. Hoe gaan we hier mee om? Ook is het moment van aanmelding een knelpunt. Bij veel casussen is bij de start al direct behoefte aan beveiligde intensieve zorg. Dit terwijl de insteek van de ketenveldnorm ‘zo ambulant mogelijk’ is. Hierdoor wordt in de regio een fors beroep gedaan op de plekken voor beveiligde intensieve zorg. De wens is dan ook om patiënten aangemeld te krijgen in een fase dat het relatief goed met ze gaat. Wat is hiervoor nodig? Tevens staat de vraag nog open hoe alle partijen beter betrokken kunnen blijven na inclusie van een patiënt door het Levensloopteam. Tenslotte kwam de financiering van de zorg aan de orde. Landelijk wordt hiervoor momenteel naar een oplossing gezocht.

Een jaar extra

Er is het afgelopen jaar veel gedaan en veel werk verzet, de Ketenveldnorm en Levensloopteam zijn goed op de kaart gezet. Anderzijds is nog niet aan alle verwachtingen voldaan. Daarvoor is een periode van één jaar ook te kort. Gelukkig is een proeftuin ook om te leren en krijgen we daar zoals het er nu naar uitziet ook meer tijd voor omdat de proeftuin waarschijnlijk met een jaar wordt verlengd. Dit geeft ons een extra tijd om de problematiek samen aan te pakken en elkaar als partners daarin nog meer te vinden. Met de uitspraak “De overtuiging is dat dit moet lukken als ieder het gezamenlijke doel voor ogen blijven houden. “Het gaat namelijk altijd over mensen, die specifieke zorg nodig hebben en waar de veiligheid van anderen mogelijk in het geding is. Dat is een thema dat ons allen echt raakt”, beëindigde voorzitter Bort Koelewijn deze 2e regionale klankbordbijeenkomst.